Toetsmomenten en monitoring
Er zijn drie toetsen in de Beroepsopleiding Advocaten: de toets Ethiek en twee integratieve dagen.
De persoonlijke ontwikkeling van de advocaat-stagiair staat centraal in de twee evaluatiegesprekken.
Toets Ethiek
In het eerste jaar maakt de advocaat-stagiair na de derde module van Ethiek en geïntegreerde vaardigheden de toets van dit onderdeel.
Integratieve dagen
Daarnaast zijn er twee andere toetsmomenten, de zogenaamde integratieve dagen. De advocaat-stagiair wordt dan door twee door de examencommissie aangewezen beoordelaars individueel beoordeeld op de vraag in hoeverre hij in staat is de geleerde vaardigheden en juridisch inhoudelijke kennis toe te passen en in hoeverre zijn ethisch besef is ontwikkeld. Dat gebeurt in twee afzonderlijke praktijksimulaties: de integratieve dagen. Voor de beoordeling op de integratieve dagen gebruiken de beoordelaars een beoordelingsformulier.
De advocaat-stagiair bereidt zich in het decentrale onderwijs voor op de integratieve dagen. Dat doet hij door te werken aan actuele en praktijkgerichte casus. Hij stelt daarin verschillende (proces)stukken op en krijgt daarop feedback.
Integratieve dag 1 vindt plaats aan het einde van het eerste jaar. De toetsvorm is een praktijksimulatie in de vorm van een mootcourt. Aan de hand van het door de advocaat-stagiair voorbereide praktijkdossier treedt de advocaat-stagiair dan op tijdens de mondelinge behandeling ter zitting.
Integratieve dag 2 vindt plaats aan het einde van het tweede jaar. Hier bestaat de toetsvorm uit een andere complexe praktijksimulatie, zoals een onderhandeling of een getuigenverhoor.
Evaluatiegesprekken
Het onderwijs in de BA is zoveel mogelijk toegespitst op de individuele leerbehoeften van de advocaat-stagiairs en de ontwikkeling van hun persoonlijke leerdoelen. Die leggen de advocaat-stagiairs vast in het document ‘Mijn Opleidingsstrategie’ dat is opgenomen in hun persoonlijk dossier in de digitale leeromgeving. Hierin kunnen zij tijdens de opleiding zelf hun vorderingen en ontwikkelingen bijhouden en daarop reflecteren.
Tijdens de evaluatiegesprekken staat de persoonlijke ontwikkeling van de advocaat-stagiair centraal. Aan deze gesprekken nemen de advocaat-stagiair, de opleidingsmentor en, als mogelijk, de patroon of feitelijk leidinggevende van de advocaat-stagiair deel.
De opleidingsmentor is een van de vaardighedentrainers van de opleidingsgroep van de advocaat-stagiair. De advocaat-stagiair kan bij de opleidingsmentor terecht voor alle mogelijke zaken die tijdens de opleiding plaatsvinden en waar de advocaat-stagiair persoonlijke hulp bij nodig heeft. De opleidingsmentor heeft ook een signaalfunctie; hij of zij merkt het immers vaak als eerste of de advocaat-stagiair ergens ondersteuning bij nodig heeft.
De basis voor deze gesprekken vormt het document ‘Mijn Opleidingsstrategie’ waarin de advocaat-stagiair leerdoelen heeft geformuleerd waarop hij of zij tijdens de opleiding reflecteert. Ook vragen we de patroon en het kantoor van de advocaat-stagiair om aan te geven hoe het met de persoonlijke ontwikkeling van de advocaat-stagiair gaat. Verder betrekt de opleidingsmentor zijn of haar eigen observaties tijdens de opleidingsdagen bij de gesprekken.
Het eerste evaluatiegesprek vindt plaats aan het einde van het eerste jaar. Daarin wordt ook de uitslag en de beoordeling van de eerste integratieve dag, een toetsmoment, besproken. Dat helpt de stagiair bij de voorbereiding op het volgende toetsmoment: de tweede integratieve dag. Het tweede evaluatiegesprek vindt halverwege het tweede jaar plaats.