Interview Bruning: ‘Een advocaat moet de regie nemen en houden over een zaak.’

Menno Bruning is hoofddocent van het vak Informatie- en bewijsvergaring. Hij vertelt waarom goede dossieropbouw essentieel is, en niet alleen voor een procedure bij de rechter. Als cassatie-advocaat heeft hij sinds maart 2017 ervaring opgedaan met digitaal procederen. Wat staat ons te wachten met de invoering van KEI?

Dossiers op orde

‘Een advocaat werkt in een dynamische omgeving, maar je moet toch altijd proberen de regie te nemen en te houden over jouw zaak, ook als je te maken krijgt met verrassingen’ adviseert Bruning. ‘Een goede advocaat onderscheidt zich van anderen als hij of zij daarmee flexibel kan omgaan.’ Goede dossieropbouw is daarvoor essentieel. Bij het vak Informatie- en bewijsvergaring staat dat centraal. ‘Dossieropbouw is niet alleen nodig om goed beslagen ten ijs te komen bij een rechter, zoals vaak wordt gedacht. Het dient ook, en misschien zelfs vooral, ter bescherming van de belangen van jouzelf en die van je cliënt’, licht hij toe. ‘Als een cliënt bij je komt, moet je nagaan welke bewijsmiddelen er zijn en die zo veel als mogelijk direct laten veiligstellen. Een goed opgebouwd dossier is ook belangrijk als een eventuele beroepsaansprakelijkheid aan de orde is. Je kunt dan aantonen welke bewijsstukken en informatie je van de cliënt hebt ontvangen en welke keuzes daarbij toen zijn gemaakt. Tot slot is een goed opgebouwd dossier noodzakelijk als je ziek bent en een kantoorgenoot de zaak moet overnemen.’

Overtuigingskracht

‘In het vak Informatie- en bewijsvergaring komen de vaardigheden uit het eerste jaar en de universitaire kennis samen’, vertelt Bruning. Juist vanwege deze mix vindt hij het eigenlijk het meest vormende vak van de Beroepsopleiding. ‘Maar hopelijk ook een erg leuk en praktisch vak’. Enthousiast vertelt hij over de opzet van het onderwijs in dit vak. ‘In de digitale leeromgeving bereiden de stagiaires een dagvaarding (procesinleiding) en vervolgens een conclusie van antwoord (verweerschrift) voor. De docenten geven feedback op die stukken. Ze beoordelen niet alleen of het bewijsrecht juist is toegepast. Ze kijken vooral ook naar schrijfvaardigheid en argumenterende overtuigingskracht. Op de opleidingsdagen worden deze stukken uitgebreid besproken. Daar zijn ook docenten bij betrokken die als rechter werkzaam zijn’.

Het dagdeel over de beoordelingsfase waarin vanuit de positie van de rechter aan stagiaires wordt verteld over het wikken en wegen van argumenten en bewijs om tot een einduitspraak te komen, is volgens Bruning misschien wel het meest interessante dagdeel. ‘Het geeft de stagiaires een inkijk in wat de rechter van de advocaat in stukken verwacht om over een vordering of een verweer te kunnen oordelen en beslissen.’ Ook praktische zaken, zoals het taalgebruik komen aan de orde. ‘Sommige advocaten gebruiken aan de hand van modellen nog steeds archaïsche woorden als sic, weshalve en mitsgaders, maar rechters zijn daarvan niet zo onder de indruk. Zij willen duidelijke en heldere taal’.

KEI

‘Bij de opzet van dit vak hebben we bewust van begin af aan rechters betrokken’, vertelt Bruning. ‘In een voortdurende wisselwerking met rechters en advocaten proberen we de Beroepsopleiding actueel en praktijkgericht te houden. In de opleiding anticiperen we ook op de invloed van het digitaal procederen. KEI zal de praktijk verder gaan stroomlijnen.’

Als cassatie-advocaat heeft Bruning al enige ervaring met KEI. De Hoge Raad heeft het digitaal procederen namelijk al per 1 maart van dit jaar ingevoerd en was daarmee de eerste in Nederland. De wetswijziging brengt volgens Bruning behalve een welkome digitalisering van het proces overall weinig nieuws: ‘Het is oude wijn in nieuwe zakken’. Een grote impact op de advocatenpraktijk zal worden gevoeld in een toenemende regie door de rechter op de inhoud, meent Bruning. ‘Sinds de invoering van het nieuwe procesrecht in 2002 is de nadruk in een procedure steeds meer op de mondelinge behandeling bij de rechter komen te liggen.’ Bruning ziet KEI als een logische stap in deze ontwikkeling. ‘Door de digitalisering komt nog meer nadruk op de inhoud van de processtukken en bewijsmiddelen waardoor advocaten gedwongen worden om van begin af aan goed na te denken over wat ze naar voren willen brengen in een procedure. Ook hier geldt weer: met een goede voorbereiding van de bewijsmogelijkheden en door een zorgvuldige onderbouwing van stellingen en verweren kan de advocaat de regie nemen en houden over zijn eigen zaak.’

Risico’s aan digitalisering

Bruning juicht de digitalisering toe, maar ziet ook de risico’s. ‘Neem bijvoorbeeld de niet ondenkbare situatie dat door het stilvallen van het systeem te laat hoger beroep wordt ingesteld.’ Over deze en andere zogenaamde apparaatsfouten zal de komende jaren met regelmaat geprocedeerd worden, verwacht Bruning. Ook in zijn cassatiepraktijk. Hij verwacht dat rechters de wetsartikelen in die situaties ruimhartiger zullen gaan toepassen.

Zwakke plekken in een dossier

Het advies om te zorgen dat je de regie houdt in een dossier, vormt de rode draad in het verhaal van Bruning. Hij voegt daar tot slot nog een advies aan toe: ‘Benoem ook de juridisch zwakke plekken in een dossier. Je kunt afwachten wat de rechter ermee gaat doen, maar het is beter om met open vizier en kracht van argumenten alvast de rechter te overtuigen wat de juiste beslissing is.’

Menno Bruning werkt bij Lawyers’ Specialist in Den Haag, een kantoor dat door hem is opgericht. Hij is cassatie-advocaat in civiele zaken. Daarnaast is hij onder meer raadsheer-plaatsvervanger in het gerechtshof Den Bosch en, samen met Stefan Bakkerus, hoofddocent voor het vak Informatie- en bewijsvergaring bij de Beroepsopleiding Advocaten.

Terug naar overzicht

Aanbevolen artikelen