Patroon van het Jaar 2024: Eigen pad en eigen stijl

De sterke wil om je eigen pad te volgen. Dat is wat Patroon van het Jaar Peter-Paul Bruens en advocaat-stagiairs Ali Al-Jaffar en Araik Sarkisian met elkaar gemeen hebben. Eigenlijk had Peter-Paul net zijn toga aan de wilgen gehangen, maar voor Ali en Araik liet hij zich opnieuw beëdigen. Hun achtergrond en vastberadenheid gaf daarbij de doorslag.
Na 22 jaar in de advocatuur stond Peter-Paul op een kruispunt in zijn loopbaan. Hij vertelt: ‘Ik was net gestopt als advocaat om een nieuw, eigen bedrijf op te richten. Ik ben een ondernemer in hart en nieren en had behoefte aan meer vrijheid. Het plan was om bedrijfsjuristen te gaan detacheren. Maar juist op dat moment kwam ik met Ali in contact. En tijdens ons tweede gesprek nam hij ook Araik mee. Ik was onder de indruk van hun verhaal en wilde hen helpen, dus ik heb me toch weer laten beëdigen om hun patroon te kunnen worden.’
Steeds verder blijven leren
Wat was het verhaal van Araik en Ali? Ali vertelt: ‘Ik ben op mijn derde als vluchteling uit Irak naar Nederland gekomen. Ik ben hier naar school gegaan en heb vanaf mijn negende tot mijn achttiende topsport gedaan: voetbal. Toen werd ik ziek en moest ik stoppen. Ik heb de havo niet afgemaakt, heb mbo-4 gedaan, en daarna hbo Rechten. Daarna volgde de pre-master, en ten slotte de master Rechten.’
‘Ik sprak de taal niet.’
Araik: ‘Ik ben in 1999 vanuit Armenië naar Nederland gekomen. Ik was toen tien jaar. Tot 2008 verbleven we in een asielzoekerscentrum. Ik kon goed leren maar sprak de taal niet, en kwam zo op het vmbo en daarna het mbo terecht. Ook ik ben steeds verder blijven leren. Op het hbo leerde ik Ali kennen en daarna zijn we samen de master Rechten aan de RUG gaan doen.’
Samen de advocatuur in
Ali: ‘We kwamen erachter dat we een heel goed team zijn. We werkten bijvoorbeeld samen aan opdrachten en aan onze scripties. Met twee medestudenten richtten we een juridisch advieskantoor op en hielpen we mensen die de Nederlandse taal niet machtig zijn. Na de opleiding zeiden we tegen elkaar: we werken nu al zo lang samen, we vullen elkaar goed aan – het is het beste om ook zo verder te gaan. We waren samen met de opleiding begonnen en met ons werk, en we wilden ook samen de advocatuur in.’
Araik: ‘Na het afronden van de master gingen we bij verschillende kantoren op gesprek. Ze wilden altijd óf Ali aannemen óf mij. Maar wij wilden bij elkaar blijven. En we geloofden erin dat het goed zou komen. Elke keer weer gingen we met enthousiasme naar die gesprekken, we raakten niet ontmoedigd. Uiteindelijk heeft onze zoektocht anderhalf jaar geduurd. En toen raakten we met Peter-Paul in gesprek en viel alles op z’n plek.’
‘We geloofden erin dat het goed zou komen.’
Er moesten wel wat hordes genomen worden voordat Ali en Araik als advocaat aan de slag konden. Peter-Paul vertelt: ‘Ik heb me weer laten beëdigen en de patroonscursus gedaan. Maar toen liet de deken in Groningen weten dat ik maar één eerstejaars advocaat-stagiair tegelijk mocht begeleiden. Daarom heb ik mijn oud-kantoorgenoot Harm-Jan Meijer gevraagd of we dit samen konden doen. We zijn met z’n vieren naar de deken gegaan en hebben afgesproken dat ik formeel de patroon ben van Ali en Harm-Jan van Araik. Maar in de praktijk doen we het samen en zitten ze bij mij op kantoor.’
Soms gewoon een rotbaan
Hoe verloopt de samenwerking? Araik: ‘We hebben geen traditionele patroon-stagiair-relatie. En Peter-Paul is geen autoritaire baas. We leren heel veel van hem en van al zijn ervaring. Zowel inhoudelijk als wat betreft onze professionele houding.’
Peter-Paul: ‘Ik wil dat ze, als ze straks klaar zijn met hun stage, dusdanig goede advocaten zijn dat ik ze zonder aarzelen op mijn cliënten kan loslaten. Dus gewoon goede, zelfstandig werkende advocaten die stevig in hun schoenen staan. Soms is advocaat zijn gewoon een rotbaan. Je opereert continu in een spanningsveld van tegengestelde belangen. Je moet tegen een stootje kunnen, en zo ga ik ook met Ali en Araik om. Zij stellen dat op prijs: ze willen dat ik er niet omheen draai als ze iets verkeerd hebben aangepakt of een slecht stuk hebben opgesteld. Maar het is wel belangrijk om de menselijke maat in het oog te houden. In de omgang met je advocaat-stagiairs, maar bijvoorbeeld ook met je cliënten. Want zo bouw je een vertrouwensband op en kun je een goede sparringpartner zijn.’
‘Je moet niet onderschatten hoe belangrijk creativiteit is in dit vak.’
Hij vervolgt: ‘Advocaat is bij uitstek een vrij beroep. Ik wil Araik en Ali dan ook zoveel mogelijk de vrijheid geven om zichzelf te ontwikkelen in hun praktijk. Hun werk moet aan mijn kwaliteitseisen voldoen, maar ze mogen wel hun eigen stijl ontwikkelen. Dat vind ik belangrijk. En je moet niet onderschatten hoe belangrijk creativiteit is in dit vak. De beste oplossingen zijn vaak niet rationeel. En creativiteit komt pas tot bloei als je in een veilige, vrije omgeving werkt.’
Het komt altijd goed
Hebben Ali en Araik nog een tip voor andere advocaat-stagiairs? Araik: ‘Wees flexibel en wendbaar, in alles wat je doet.’ Ali: ‘En houd vast aan je doelen. Er zijn altijd mensen die een mening hebben. Maar als jij vindt dat je goed bezig bent, komt het altijd wel goed. Ik geloof dat mijn pad al vaststaat. Zelfs die anderhalf jaar die het duurde om samen deze baan te vinden had een reden. Misschien waren we er niet klaar voor, of was het niet de juiste tijd. Maar het is gegaan zoals het moest gaan, en daardoor zitten we nu op de juiste plek.’