Blog: wanneer ben je een goed patroon?
Door Marjon Lok (patroon) en Kirsten Moonen (advocaat-stagiaire)
Marjon Lok van DVDW Advocaten is gekozen tot patroon van het jaar 2018. ‘In haar feedback is zij streng doch rechtvaardig. Een compliment moet worden verdiend, maar heeft daarom ook veel waarde.’ Dat zegt haar advocaat-stagiaire Kirsten Moonen die Lok nomineerde. Samen schreven zij een dialoog waarin zij hun ervaringen over de samenwerking delen.
Kirsten: wat maakt volgens jou een goed patroon?
Marjon: ‘Ik geloof niet dat ik daar het antwoord op heb. Er zullen ongetwijfeld duizenden manieren zijn om een goede patroon te zijn en mijn ervaring is dat het bij iedere stagiaire ook weer heel anders kan gaan. De rode draad – en tevens de grote uitdaging – is het nemen van genoeg tijd hiervoor. Iedereen heeft het (te) druk en het komt nooit uit.’
‘Mijn persoonlijke oplossing daarvoor is dat ik structureel en regelmatig informele gespreksmomenten inbouw met stagiaires en jonge medewerkers, bijvoorbeeld met een lunch of een kop koffie. Anders komt het er niet van. De gedachte bij deze gesprekken is dat we kunnen kijken wat goed gaat, wat beter kan en hoe we dat kunnen aanpakken. Deze feedback gaat beide kanten op.’
Kirsten: ‘Als stagiaire komt er, zeker in het begin, ontzettend veel op je af. Verschillende dossiers, deadlines, cliënten, je Beroepsopleiding, je eerste dagvaarding. Ineens lijkt de collegezaal eeuwen geleden. Nu werk je voor echte cliënten, met echte en vaak grote belangen. Dat maakt dat onzekerheid en twijfel soms kunnen toeslaan. Het is dan fijn om die twijfels te kunnen uitspreken tijdens een informeel koffiemoment met je patroon. En wat blijkt dan: ook je patroon is ooit stagiaire geweest en heeft ooit een eerste dagvaarding moeten schrijven. Die twijfels horen er dus bij.’
Marjon: ‘Het gaat misschien nog wel meer om het toekennen van prioriteit aan begeleiding en opleiding en het inzien van het nut en belang daarvan. Het moet niet een formaliteit zijn die wordt afgevinkt of keer op keer worden verzet alsof het iets onbelangrijks is. De partners lijken dan uit te stralen: I’m top of the food chain and, well, you’re the food.’
‘Ik vind het eenvoudiger als een stagiaire tegen dezelfde zaken aanloopt als ikzelf in het verleden. Dan kan ik makkelijker uitleggen welke stappen ik heb gezet om een en ander aan te pakken en door mijn ervaring tips geven over wat werkt. Lastiger is het als de stagiaire tegen hele andere punten aanloopt en hij of zij de zaken heel anders aanpakt dan ik zou hebben gedaan. Dan vergt het meer tijd om elkaar goed te leren kennen, te begrijpen waarom bepaalde keuzes worden gemaakt en dan door trial and error te kijken welke aanpak het beste werkt.’
Kirsten: ‘Begeleiding en opleiding zijn voor een stagiaire ontzettend belangrijk. Het is fijn om te weten dat je inderdaad geen vinkje op een to-do-lijst bent, maar dat er echt de tijd voor je wordt genomen. Bovendien zorgt dat ervoor dat je weet waar je staat. Je hoort de feedback niet pas bij de halfjaarlijkse beoordeling. Dat maakt dat je met die feedback meteen aan de slag kunt.’
‘Als stagiaire valt er oneindig veel te leren. Niet alleen juridische vraagstukken, actuele jurisprudentiekennis of het toepassen van procesreglementen. Ook zaken zoals contact met cliënten, jezelf presenteren en andere soft skills moet je jezelf eigen maken. Je leert als stagiaire onbewust veel door andere advocaten te observeren. Meeluisteren met die call, meegaan naar die zitting en zien hoe je patroon voor de zitting de cliënt nog even geruststelt. Ik vind het bovendien fijn dat er binnen ons kantoor ruimte is om daaraan je eigen draai te geven. De ene advocaat is de ander niet. Er is niet één juiste benadering. Iedere advocaat heeft een andere stijl en werkwijze waar je onbewust veel van kan opsteken.’
Marjon: ‘Ik hoor wel eens dat stagiaires de eerste jaren moeilijk een beeld kunnen vormen van hoe de stageperiode verloopt, hoe zij functioneren en wat hun rol is binnen het team. Zelfs al is het voor iedereen binnen kantoor duidelijk en vanzelfsprekend dat het goed of (juist minder) goed loopt.’
‘Stagiaires stellen zich dan soms onnodig onzeker, schuchter of juist overmoedig op of nemen een bepaalde houding aan. Dat zegt natuurlijk weinig over de advocaat die zij kunnen worden, maar ik denk dat dit wel een reden is dat sommige stagiaires te snel worden afgeschreven binnen de advocatuur.
Eigenlijk is dat “kapitaalvernietiging”. De stage is juist bedoeld om te leren en te ontwikkelen; niet alleen juridisch inhoudelijk. Dat kost tijd. Ik ben van mening dat de patroon daar ook een belangrijke rol in heeft: de stagiaire de kans en de gelegenheid bieden om zich echt te ontwikkelen in die drie jaren (en daarna).’
Kirsten: ‘Ik denk dat er veel stagiaires zijn die alles meteen perfect willen doen; een bekend karaktertrekje in de advocatuur overigens. Hoewel een goed advocaat zeker een perfectionist moet zijn, moet er als stagiaire ook ruimte zijn om je te ontwikkelen en fouten te maken. Van die fouten leer je immers. Zeker in het begin van je stage kan dat mismatchen met de prestatiedrang en het perfectionisme van een stagiaire.’
‘Als stagiaire is het dan fijn om je in een veilige omgeving te bevinden en een patroon te hebben die je daadwerkelijk begeleidt. Een omgeving waarin ruimte is voor overleg, sparren, het stellen van vragen en het uiten van twijfels. Mijn mentor van de Beroepsopleiding zei ooit: gras gaat niet harder groeien als je eraan trekt. Een tegeltjeswijsheid waarin ik mij wel kan vinden. Ontwikkeling kost tijd. De ene maand kun je meer stappen zetten dan de andere. Stel jezelf (maandelijks) concrete doelstellingen in plaats van vage, niet concrete doelen. Daarmee kun je je beoogde ontwikkeling sturen en direct verbeteren.’
Marjon: ‘Met alleen concrete aanpassingen in de stukken van de stagiaire kom je er naar mijn mening nog niet. In het kader van de bredere ontwikkeling is het wat mij betreft nuttig om de stagiaire vanaf het begin mee te nemen in bijvoorbeeld het declaratieproces: waarom wordt bepaalde tijd afgeschreven. Ik probeer in dossiers ook uit te leggen waarom ik bepaalde strategische keuzes maak en wat het einddoel in een bepaald dossier is. De stagiaire moet waar mogelijk in ieder geval wel de gelegenheid krijgen om proactief en creatief deel te nemen aan een dossier.’
Kirsten: ‘Een stuk terugkrijgen met enkel rode strepen en zonder enige toelichting werkt weinig motiverend. Liever zie je concreet hoe je het in het vervolg beter kan insteken. Niet alleen memo’s opstellen en jurisprudentieonderzoek, maar echt vanaf het begin in een dossier worden betrokken en creatief samen een strategie bedenken. Dat werkt enorm motiverend.’
‘Bovendien ben je als advocaat niet alleen dominus litis, je bent ook een dienstverlener en ondernemer. Dan is het inderdaad is fijn als je patroon je van meet af aan ook meeneemt in die processen. En daar horen ook zaken zoals declareren en verwachtingsmanagement naar cliënten bij. Dat is immers ook een belangrijk aspect van het advocatenbestaan.’
Marjon: ‘Die bredere ontwikkeling kent natuurlijk wel grenzen. Een aantal jaar geleden liet een stagiaire vrolijk ontvallen nog nooit van Dire Straits te hebben gehoord. Ik viel bijna van mijn stoel. Ik heb toen onmiddellijk opgedragen Spotify op te starten. Detournement de pouvoir wellicht. Inmiddels weet ik dat vrijwel geen enkele startende stagiaire nog van Dire Straits heeft gehoord… Ook het patronaat kent zijn grenzen.’
Kirsten: ‘No comment.’