Leonie Rammeloo: ‘De menselijke kant vind ik mooi.’
BA-trainer Leonie Rammeloo treedt veel op voor advocaten en notarissen in civiele en tuchtrechtelijke beroepsaansprakelijkheidskwesties en is daarnaast lid van de raad van discipline Amsterdam. Een gesprek over klachten en hoe advocaten onderling met elkaar (kunnen) omgaan.
Wat trekt u aan in de ethische kanten van het vak?
‘De menselijke kant in mijn praktijk vind ik mooi, want beroepseer speelt altijd mee. Civielrechtelijk speelt dat al, maar in het tuchtrecht, waar het handelen van de advocaat centraal staat, nog veel meer. Want een advocaat wordt op zijn vestje gespuugd. Mensen doen enorm hun best voor een cliënt en krijgen dan toch een klacht. Een advocaat die ik bijstond kreeg van een voormalige cliënt het ene na het andere verwijt naar zich toegeslingerd. Hij reageerde ironisch: ‘Ach, ik heb hem ook maar tien jaar bijgestaan en in al mijn vakanties voor hem doorgewerkt, maar ja, dat geeft natuurlijk allemaal niks’. Dat persoonlijke, daar kan ik wat mee in deze zakelijke wereld.’
Is het een fout om te denken dat je het alleen kan, reflecteren en ethisch handelen?
‘Soms herinner ik mezelf aan de regel practice what you preach. Ik ben ook weleens losgegaan aan de telefoon. Ik trok me het verhaal van mijn cliënt zo aan en ging best tekeer tegen de advocaat van de tegenpartij. Dat voorbeeld vertel ik ook op de opleidingsdagen van de Beroepsopleiding. Soms, als er iets binnenkomt waarover je je opwindt, dan kan het handig zijn om eerst even bij je collega binnen te lopen en daar even gal te spuwen in plaats van direct ‘de motorzaag aan te zetten.’
Wijst u de tegenpartij ook op de gedragsregels?
‘Ja. Ik pak de telefoon of stuur een e-mail en leg het even uit. Zo doe ik het. Ik heb zelf nog nooit een klacht ingediend. Je ziet nu vaker dat er gelijk klachten worden ingediend en vooral dat daar direct mee wordt gedreigd. Daar is het tuchtrecht volgens mij niet voor bedoeld. Je kunt elkaar ook gewoon even op de hoogte stellen van wat er mist of niet volgens de regels gaat.’
‘Een kwart van de tuchtklachten komt van advocaten die tegen een collega een klacht indienen. Vaak gaat het dan tussen de partijen zelf al hard tegen hard. Dan zijn de stellingen al zo betrokken dat er niet meer even tussen de advocaten gebeld wordt. Dan heb je een deken nodig die vraagt of het met excuses niet uit de wereld is. Meestal wordt het dan toch nog opgelost.’
Komt reflectie pas op gang na een klacht?
‘Sommige advocaten opereren bewust op het randje. Die snappen het wel als ze een keer wat te horen krijgen. Maar soms hebben advocaten in alle overtuiging een keuze voor linksaf gemaakt en krijgen het pas door dat rechtsaf de beste optie was als de zaak verloren is en er een second opinion ligt die dat ook aangeeft. Is dat verwijtbaar? Soms, als linksaf niet een te billijken route blijkt. Advocaten worden nu best hard beoordeeld, door de relatief nieuwe tuchtrechtelijke norm voor klachten over de kwaliteit van het geleverde werk. Er wordt nu voller getoetst, en alles moet aan de professionele standaard voldoen. De keuze destijds voor linksaf moet nu beter beargumenteerd worden dan vroeger.’
Scherp aan de wind, zoals adviseren dat de boete lager is dan de potentiële winst?
‘De buitenwereld vreest voor “ethisch minimalisme” in met name de corporate advocatuur. Onder advocaten bestaan op dat punt verschillende stromingen: er zijn advocaten die een grens trekken en zo’n advies niet willen geven. Andere advocaten zeggen: ik zit niet aan de bestuurstafel, ik leg de risico’s uit en leg misschien nog uit dat het cijfermatig interessant is, maar wijs ook op de publicitaire risico’s. Ik vind dat je als advocaat daarin een eigen keuze hebt.’
Sterk in je schoenen staan, kun je dat kweken?
‘Casuïstiek uit de praktijk van de advocaat-stagiaires bespreken is een heel goed aspect in de BA. Ik herinner me een dilemma van een advocaat-stagiaire. In een zaak kreeg ze van de cliënt echt om vijf voor twaalf opeens het ontbrekende bewijs in de vorm van een “verklaring van de buurman” binnen. Ze wist dat het gefabriceerd bewijs was en wilde het niet in de procedure gebruiken, terwijl haar patroon het juist mooi vond. Dan ben je een werknemer van 25 jaar, die tegenover een patroon van 50 staat en zegt dat je het niet gaat inbrengen. Dat bracht ze in en de groep ging daarover discussiëren. Dat is ideaal lesmateriaal: uit het leven gegrepen. Dit was een meisje dat stevig in de schoenen stond. Ze zei: Als ik op die manier ga werken dan kan ik ‘s nachts niet slapen. Ze was ook boos op haar patroon. Toch een soort vertrouwensbreuk.’
De nieuwe gedragsregels, wat vind je het meest opvallend?
‘De nieuwe regels lijken meer voor de buitenwereld geschreven dan voor advocaten.’ Het gaat erom hoe je met cliënten, de deken en met elkaar als advocaten omgaat. Daarvoor zijn gedragsregels bedoeld. Doublures met wet en Voda zijn niet nodig.’
Hoe kunnen stagiaires zich tegenover de regels verhouden?
‘Ze worden nu in een heel vroeg stadium geconfronteerd met deze regels. De stagiaires die ik spreek zijn soms best bang: handelen ze wel conform de gedragsregels? Vindt de tuchtrechter het wel goed? Dan leg ik uit dat het niet leuk is om een klacht te krijgen, maar dat je moet vertrouwen op je eigen antenne. We moeten geen kopschuwe advocaten kweken.’
‘Ik vind het belangrijk dat ze weten dat de piketpalen de kernwaarden zijn, en dat die per definitie botsen. Je moet dus in elk dilemma je eigen keuze maken, maar daarover wel even bij jezelf te rade gaan en weten wat voor jou de doorslag geeft. De gedragsregels gaan er wat mij betreft over hoe we op een nette manier met de cliënt en met elkaar omgaan.’