Nieuwe advocaat? Toekomstgerichte opleiding!
Niemand houdt van verandering, en advocaten al helemáál niet. Een vaalgewassen cliché wellicht, maar daarom nog geen vergissing. Stiekem fietst de Beroepsopleiding allerlei subtiele veranderingetjes de advocatuur binnen, die samen de evolutie van ons vak een handje helpen. Helaas blijft het motief voor die switch wat mistig. Over de belangrijkste factor hoor ik tenminste zelden iets. Daarom roep ik het zelf maar eens.
Gevaarlijke gek
Professor Richard Susskind grapt dat hij elke vijf jaar hetzelfde boek schrijft, maar alleen wat verse praktijkvoorbeelden toevoegt. Zijn toon verandert gelukkig ook wel wat. Na ‘The End of Lawyers’ kwam ‘Tomorrow’s Lawyers’. Dat klinkt toch een stuk prettiger voor ons stagiaires. Bij elk nieuw boek buitelen advocaten over elkaar heen. We eten de soep toch zeker minder heet dan die Brit hem opdient?
L’histoire se répète. In 1996 versleet onze beroepsgroep hem nog voor gek en gevaarlijk, toen hij bedacht dat advocaten hun cliënten zouden gaan mailen. Krap een decennium later was het opeens tuchtrechtelijk verwijtbaar om die inbox maar sporadisch te checken. Mahatma Ghandi zei het al: ‘Eerst negeren ze je, dan lachen ze om je, dan vechten ze tegen je, en dan win je.’ (Experts in cyber security zullen dat trouwens geen winst noemen, maar die discussie bewaar ik voor een andere keer.)
Vies gezicht
Zo is het vermogen om te werken met softwarematige oplossingen stilaan een competentie die in het arsenaal van elke advocaat thuishoort. Steeds als aanvulling verschuift naar overlap, moet een advocaat zijn positie nauwkeurig herijken. Dat vraagt een constante reflectie op de rol van de advocatuur binnen de juridische dienstverlening. Andere beroepen ontwikkelen zich intussen ook op die manier. Groeit FinTech? De bankier is ’trusted advisor’. Groeit MedTech? De dokter is ’trusted advisor’. Groeit LegalTech? Vul zelf maar in.
In de Beroepsopleiding is daarom volop aandacht voor deze verzachting van ons vak. Sommige stagiaires trekken een vies gezicht bij al die soft skills. Volgens mij is dat naïef, misschien zelfs kortzichtig. Wie de wereld voorhoudt dat het recht een logisch systeem vol deductieve processen is, moet daaruit de ultieme consequentie durven trekken: op platte kennis verliest de advocaat het uiteindelijk altijd van een computer. De ‘Richard Susskind van de lage landen’ Jaap Bosman zet die gedachte nog scherper neer: ‘Het reproduceren van recht is een doodlopend pad.’ De rechtenstudie moet volgens hem dus drastisch veranderen, ‘anders maakt de computer 80% van je afgestudeerden overbodig.’ Die meedogenloze kielzog zuigt de Beroepsopleiding mee.
Ross, Hugo en consorten
Is het advocatenkantoor van de toekomst dan een softwarebedrijf? Hier komt iedereen vroeg of laat op de proppen met Ross. Canadese studenten kweekten dat hulpje uit IBM’s Watson. Precies, de computer die ooit tv-quiz Jeopardy won. Ross begrijpt vragen in normale spreektaal, doorzoekt een miljard documenten per seconde en leert bovendien van feedback. Net als stagiaires wordt Ross dus steeds slimmer. Hij zet nog geen argumentatie op en maakt nog geen processtukken, maar neemt onderzoek naar wet, rechtspraak en literatuur wel voor een groot deel over. De eerste Amerikaanse advocatenkantoren gebruiken dat programma al – en venten dit trots uit.
De lijst met dit soort legal tech startups is bijna eindeloos en groeit nog elke dag. Deftr visualiseert concernstructuren en handelstransacties uit gewone schrijftaal. RAVN herschikt, doorzoekt en markeert soms chaotische stapels met contracten. Ravel vertelt met welke argumenten je een specifieke rechter kunt overtuigen. Premonition voorspelt welke advocaat een type rechtszaak succesvol zal behandelen. Nooit van gehoord? Slik. Je echte concurrent is niet die slimme jaargenoot bij dat andere kantoor, maar misschien wel een groepje programmeurs ergens in een garage.
Iets dichter bij huis sleutelt de online tool VraagHugo bijvoorbeeld contracten in elkaar, op basis van een chat met de cliënt zelf. Standaardklussen vol (bijna) hersenloze herhalingen verdwijnen zo uit het takenpakket van de stagiaire. Iedereen mag voor zichzelf bepalen hoe erg dat eigenlijk is. En wat dat betekent voor het opleidingsmodel (en verdienmodel?) van met name de grotere advocatenkantoren. Of voor het curriculum van de rechtenstudie, om maar iets geks te noemen.
Game over
Maar de beste advocaten zijn toch juist kunstenaars, goochelaars, tovenaars? En dat soort creativiteit valt zeker nooit te automatiseren. Of wel? Onlangs won Google een toernooitje Go. Op zich al een klein wonder, want dat spel zou zoiets ongrijpbaars als intuïtie verlangen. Twintig jaar geleden verloor schaakgrootmeester Garry Kasparov trouwens ook al van computer Deep Blue. Bijzonder is bovendien dat DeepMind nu zetten deed die verbazing wekten, bij de tegenstander én bij de mensen die de onderliggende code schreven. Keuzes die we bij mensen zonder aarzeling creatief zouden noemen. Dit programma werd zo in een paar maanden tijd wereldkampioen in één van de moeilijkste spellen ter wereld, door talloze potjes tegen zichzelf te spelen en van die ervaring te leren.
Stof tot nadenken, dunkt me. Elke advocaat noemt zijn eigen praktijk graag ‘bespoke’, ’tailor made’ of ‘oer-Hollands maatwerk’. De tijd zal leren voor hoeveel dossiers dat echt waar is. Honderden bedrijfjes trekken zich van die kwalificaties intussen in elk geval weinig aan. Ze verhandelen juridische commodities op een markt die steeds meer cliënten trekt.
Het mooiste vak
Waar in deze keten van juridische dienstverlening voegt de advocaat dan nog waarde toe? Sommige kenners voorspellen dat ervaren advocaten straks bij kunstmatig intelligente systemen de input gaan leveren en de output gaan controleren. Cliënten zoeken dat soort bevestiging uiteindelijk bij iemand die ze vertrouwen. Voor zo’n band is meer nodig dan de autoriteit die geleerdheid van oudsher aankleeft. En laat dat nou net de bagage zijn die ook helpt bij strategisch advies en bijstand in rechtszaken; de dingen die ons vak juist zo mooi maken: vol overtuiging!
Aan rechtenstudie, Beroepsopleiding en advocaat-stage de schone taak om juristen af te leveren die floreren in deze nieuwe realiteit. Stampen, bladeren, knippen en plakken… laten we alsjeblieft geen advocaten opleiden met (en voor) karweien die computers beter, sneller en goedkoper kunnen. Laten we advocaten opleiden die technologie omarmen als de verlosser die saaiheid uitdooft en mensen vrijmaakt voor – nou ja – ménsenwerk. De Beroepsopleiding van nu is wat dat betreft een stap in de goede richting. Als je maar beseft waarom.
Niek van de Pasch
Niek van de Pasch, advocaat bij Goorts en Coppens in Helmond; blije advocaat en legal nerd/trendwatcher.