Passie voor pleiten
Advocaat Nienke de Bruijn heeft een talent voor pleiten en debatteren. Niet voor niets won zij vorig jaar de landelijke pleitwedstrijden, en zat ze dit jaar in de jury van de Amsterdamse pleitwedstrijden. Hoe leer je goed debatteren, en hoe ga je om met stress als je een pleidooi moet houden? Nienke, die onlangs zelf de BA heeft afgerond, deelt haar ervaringen en tips met jullie.
Hoe ontstond je interesse voor pleiten en debatteren?
“Debatteren over maatschappelijke onderwerpen zit in mijn bloed. Ik kom uit een sociaal bewogen familie en ben altijd al gevoelig geweest voor onrechtvaardigheid. Met mijn moeder had ik veel mooie gesprekken en discussies over allerlei maatschappelijke onderwerpen. En als jong meisje zat ik al in de ‘kindergemeenteraad’ van Utrecht.
Tijdens mijn rechtenstudie heb ik meegedaan aan de Model United Nations. Mensen van over de hele wereld hielden daar speeches over belangrijke sociale kwesties. Ik kreeg enorm veel energie van het schrijven en het houden van zo’n mooie speech, en van de reactie van mensen daarop. Het is een cliché, maar de speeches van Barack Obama zijn wat dat betreft echt een voorbeeld. Zijn speeches zitten zo goed in elkaar, dat je aan het einde helemaal opleeft en wilt meedoen. Super inspirerend.”
Heeft je liefde voor public speaking invloed gehad op je loopbaan?
“Hoewel mensen al vroeg tegen me zeiden dat het beroep van advocaat goed bij mij zou passen, twijfelde ik daar tijdens mijn rechtenstudie nog wel aan. Ik vind geschiedenis, politiek – voornamelijk van de VS – en filosofie namelijk ook heel interessant. Maar toen ik bij Bureau Brandeis terechtkwam, voelde ik me meteen op mijn plek. We zijn een litigation-kantoor met een maatschappelijke inslag. En voor mij komt het recht in de rechtszaal het best tot uiting. Dat is waar de creativiteit zit: als we daar een goed verhaal vertellen, kunnen we misschien een nieuwe rechtsnorm creëren, of nieuwe jurisprudentie.
Ik vind de afwisseling van de procespraktijk ook heel fijn. Als advocaat zit je veel achter je scherm. Maar als litigator heb je ook het spel in de rechtbank, je bent aan het onderhandelen, hebt contact met de advocaat-wederpartij. Dat houdt het voor mij interessant.”
Wat onderscheidt volgens jou een goede pleiter van een gemiddelde?
“Ik kom zelf natuurlijk ook pas net kijken, maar heb bij Bureau Brandeis een aantal hele goede voorbeelden. Van hen heb ik geleerd dat het gaat om een goed verhaal. Rechters zijn ook gewoon mensen, en als je heel staccato een juridisch pleidooi van je papier voorleest, dan komt dat niet echt over. Als je er context aan geeft en het op een inspirerende manier vertelt, neem je mensen mee in je verhaal. Dus: Waar gaat het over vandaag? Waar zouden we het eigenlijk over moeten hebben? En wat zijn dan de onderliggende juridische argumenten? Daarnaast gaat het ook om zelfvertrouwen en non-verbale communicatie. Je moet er krachtig staan.”
Hoe heb je je eigen vaardigheden op dat gebied ontwikkeld en verbeterd?
“Hier op kantoor hebben we een mootcourt in de kelder. Helemaal echt – met een knipoog – met een portret van de koning en van Louis Brandeis. Daar oefenen we dus regelmatig. Christiaan Alberdingk Thijm, een van onze partners, geeft ook regelmatig aan de jonkies een cursus over pleiten, en daar leer je heel veel van. Verder gaat het om oefenen, oefenen, oefenen… Voor de spiegel, voor vrienden, voor collega’s. Want als je je verhaal écht goed kent, kun je het ook sterker overbrengen.
Binnen de Beroepsopleiding Advocaten wordt ook aandacht besteed aan pleiten. Integratieve dag 1 is een praktijksimulatie in de vorm van een mootcourt. Ter voorbereiding daarop oefen je met je docent en pleit je tegen je mede-advocaat-stagiairs. De belangrijkste tip die ik daarbij kreeg is dat je moet afwegen op welke momenten je veel passie en kracht in je pleidooi legt, en wanneer je even gas terugneemt. Ik hou heel erg van dynamiek in een verhaal, maar soms is het ook goed om even rustiger te praten. Dat was voor mij hele waardevolle feedback.”
Heb je een bepaald ritueel voordat je gaat pleiten? Hoe ga je met stress om?
“Ik heb nog niet zo vaak in de rechtszaal hoeven pleiten. Maar bij pleitwedstrijden heb ik altijd dezelfde oorbellen in, mijn lucky earrings! Die komen uit Kenia en brengen me geluk. We hebben natuurlijk allemaal een toga aan, en met die oorbellen kan ik toch een beetje laten zien wie ik ben en waar ik voor sta. Bij mijn vorige kantoor werkte een advocaat die onder haar toga vaak heel hoge felgekleurde pumps aanhad. Dat vond ik erg cool. Met zoiets kun je je dan toch onderscheiden.
Natuurlijk ervaar ik stress, maar ik probeer bij stress veel te lachen. Dat helpt. Ik merk vooral aan mijn lichaam dat ik gespannen ben, maar mijn andere baan als sportinstructeur helpt ook om daarmee om te gaan. Verder probeer ik stress te relativeren. Wat is het allerergste dat er zou kunnen gebeuren? Dat valt meestal best wel mee. Natuurlijk neem ik onze cliënten en de zaken die we behandelen heel serieus. Maar ik realiseer me ook dat we hier zo’n bevoorrecht, mooi leven hebben als je het vergelijkt met veel andere plekken op de wereld. Als ik daaraan denk, sta ik toch wat luchtiger in mijn werk.”
Wat wil je meegegeven aan andere advocaten?
“Niet alleen aan advocaten, maar eigenlijk aan iedereen: blijf met mensen in gesprek gaan. Debatteren houdt je scherp, maar trekt je ook uit je eigen bubbel en je eigen gelijk. Daarom zet ik mij ook in voor het platform Waaromkiesjij.nl. Het is belangrijk dat je luistert naar anderen en open staat voor hun verhaal, zelfs als je het niet met hen eens bent. Het voelt tegenwoordig soms alsof mensen meer twee monologen met elkaar voeren, dan een echte dialoog. Ze praten tegen elkaar, in plaats van met elkaar. En dat is zonde. Want ik denk dat je juist heel veel kunt leren van mensen die het niet met je eens zijn.”