Soms gaat het niet om de winst, maar om die ene eerste stap

Esmée Verschuren (25) is sociaal advocaat in het familie- en civiele jeugdrecht bij Legal Sharks Advocaten in Gilze. Esmée heeft de BA inmiddels bijna afgerond en kijkt terug op de afgelopen twee jaar.
Na de bachelor, master en de BA is het nu tijd om alles wat ik de afgelopen jaren heb geleerd toe te passen in de praktijk. En dat gaat over veel meer dan alleen inhoudelijke juridische kennis.
Elke cliënt heeft een eigen strijd
Natuurlijk is de theorie onmisbaar. Je moet weten hoe je een processtuk opstelt, welke wetsartikelen je kunt aanhalen, hoe je een pleidooi opbouwt en hoe je moet presenteren. Maar de belangrijkste leermomenten zitten in de praktijk: het begeleiden van cliënten, het inschatten van een zaak, het omgaan met de emoties van cliënten, het omgaan met de advocaat van de wederpartij. De praktijk is chaotisch, onvoorspelbaar en vaak best hard. Hoe begeleid je een cliënt die radeloos is? Hoe ga je om met een agressieve wederpartij? Wanneer kies je voor samenwerking, en wanneer is je geduld met de advocaat van de wederpartij op? Dat leer je niet uit een boek. Dat leer je door te doen.
Ik werk in het familie- en civiele jeugdrecht. Ouder-kindrelaties, scheidingen, omgangsregelingen: de zaken die ik behandel, raken mensen in het hart van hun bestaan. Geen enkele zaak is hetzelfde. Elk dossier heeft een eigen verhaal, elke cliënt een eigen strijd. Soms loop je tegen juridische puzzels aan, maar minstens zo vaak zijn het de menselijke verhalen die je bijblijven. Ik wil graag de zaken die mij de afgelopen twee jaar het meest zijn bijgebleven met je delen.
Op weg naar een stabielere toekomst
Ik stond op de gang te wachten toen een moeder me aansprak. Haar kind was uit huis geplaatst en zat in een pleeggezin. Volgens haar volledig onterecht. De rechter was het daar uiteindelijk mee eens en beval dat de instanties het gezin aan een woning moesten helpen. Dat lukte, maar het appartement werd kort daarna onbewoonbaar verklaard, en het gezin stond weer op straat. Het kind ging tijdelijk bij zijn opa en oma wonen – een veilige haven, zou je denken. Maar de Gecertificeerde Instelling (de organisatie die, conform de Jeugdwet, maatregelen van jeugdbescherming en jeugdreclassering uitvoert) dacht daar anders over: de plek werd onvoldoende geschikt bevonden en het kind moest opnieuw naar een vreemd pleeggezin. De ouders waren ten einde raad.
Uiteindelijk is het gelukt om kleine stapjes vooruit te zetten. De ouders hebben ingestemd met een intake om de hulpverlening voor het kind in te zetten en verbetering van de thuissituatie op gang te brengen. De GI is er vervolgens mee akkoord gegaan dat het kind tijdelijk bij opa en oma bleef wonen. Stap voor stap probeer ik de ouders verder te helpen op weg naar een stabielere toekomst. Later volgt een nieuwe screening van de woonsituatie, wanneer die hopelijk door inzet van de hulpverlening verbeterd is.
Een eerste begin
Een andere zaak die me diep raakte, ging over grootouders die hun kleinkind al ruim twee jaar niet meer hadden gezien. Hun kleinzoon woonde bij zijn vader en ondanks hun herhaalde pogingen om contact te krijgen, werden ze keer op keer afgewezen. Hun dochter, de moeder van het kind, was niet meer in beeld, en zonder haar bemiddeling leek er geen enkele weg naar hun kleinkind. Na jaren van brieven, verzoeken en mislukte gesprekken besloten ze tot een laatste redmiddel: procederen.
Het juridische struikelblok? De vraag of ze na zo’n lange periode zonder contact wel ‘een nauwe persoonlijke betrekking’ hadden. Gelukkig hadden ze een sterke troef: hun kleinzoon had na zijn geboorte een tijd bij hen ingewoond. Mede door een wetsvoorstel om de drempel voor omgangsverzoeken van grootouders te verlagen, besloot de kinderrechter hun verzoek te honoreren. De Raad voor de Kinderbescherming gaat nu onderzoeken of, en zo ja in welke vorm, omgang in het belang is van het kind. Maar de eerste stap is gezet: een regeling waarbij de grootouders maandelijks op de hoogte worden gehouden van hoe het met hun kleinzoon gaat, inclusief een foto. Een klein gebaar, maar na 2,5 jaar zonder enig bericht voelde het voor hen als een overwinning.
Niet elke strijd is te winnen
De advocatuur vraagt om meer dan juridische kennis. Het vraagt om strategie, geduld en soms een lange adem. Cliënten zitten vaak in hun meest kwetsbare periode. Ze willen gerechtigheid, maar ook erkenning. Als advocaat moet je de balans vinden tussen empathie en realisme. Niet alles is juridisch afdwingbaar. Niet elke strijd is te winnen. Maar soms gaat het niet om een grote overwinning, maar om het zetten van die ene eerste stap.
De (sociale) advocatuur brengt uitdagingen met zich mee. De werkdruk is hoog en de financiële beloning staat vaak niet in verhouding tot de uren en energie die je in een zaak stopt. Maar de impact die je kunt maken, weegt daar ruimschoots tegenop.
De basis is mede door de Beroepsopleiding Advocaten gelegd, maar in dit vak ben je nooit uitgeleerd. Elke zaak en elke cliënt brengt nieuwe uitdagingen met zich mee. Ik kijk er naar uit.