‘Wees niet bang om fouten te maken; dat doen we allemaal’
Arnout Louter is rechter en ethiek- en vaardighedentrainer bij de BA. Onlangs was hij voor de laatste keer als deskundige aanwezig bij de introductiemodule op Woudschoten. Wat valt hem op als hij terugkijkt? Hij blijft trainer voor de overige ethiek- en vaardighedenmodules en deelt daarover zijn ervaringen, in het bijzonder tijdens coronatijd.
U bent jarenlang betrokken geweest bij de introductiemodule op Woudschoten. Onlangs was u daar voor de laatste keer als deskundige. Wat valt u op als u terugkijkt?
‘Ik ben vanaf 2003 betrokken bij de beroepsopleiding. Naar mijn mening is het introductieprogramma op Woudschoten een bestendige formule. Wel zijn daaraan in de loop der jaren een aantal positieve elementen toegevoegd. Door de inschakeling van het Nederlands Debatinstituut als gespreksleider bijvoorbeeld, is het programma veel interactiever geworden. En sinds 2013 moeten de advocaat-stagiairs zich inhoudelijk voorbereiden op de introductiedagen. Dat maakt een groot verschil. Het zorgt er namelijk voor dat ze ook direct een actieve inbreng hebben. Ik maak weleens de vergelijking met een koude en een warme zaal. In een koude zaal zijn de deelnemers meer afwachtend, terwijl in een warme zaal van begin af aan volop gediscussieerd wordt. Voor trainers en docenten, en uiteraard ook voor de deelnemers, is dat natuurlijk erg prettig.’
‘Overigens merk je natuurlijk altijd een verschil in ervaring tussen de advocaat-stagiairs. Sommigen zijn al een aantal maanden aan het werk, terwijl anderen bij wijze van spreken de dag voor Woudschoten zijn beëdigd. Zij weten dan bijvoorbeeld nog niet eens wat hun uurtarief is. Verder valt het me op dat er steeds minder advocaat-stagiairs zijn die op basis van toevoegingen werken. Dat komt natuurlijk door alle ontwikkelingen rondom de gefinancierde rechtsbijstand. Het is steeds moeilijker om een praktijk op basis van toevoegingen te runnen. Dat zie je nu dus ook terug bij de Beroepsopleiding in het aantal deelnemers dat hiervoor kiest.’
Welke grappige of bijzondere situatie op Woudschoten zult u niet vergeten?
‘Ik herinner me een advocaat-stagiair die op de tweede dag van Woudschoten tien minuten te laat binnenkwam bij het ochtendprogramma. Iedereen was verder aanwezig en we waren ook al begonnen. Op de vraag waarom hij te laat was, antwoordde hij heel rustig dat hij nog even zijn barrekening van de avond daarvoor moest betalen. Die rekening bedroeg maar liefst een paar honderd euro! Gaandeweg de dag kreeg deze advocaat-stagiair een speciale rol. Bij elke discussie kwam ook steeds de vraag terug ‘en wat vindt advocaat-stagiair X daar eigenlijk van?’. Ondanks het feit dat hij de voorgaande avond blijkbaar flink had doorgehaald, deed hij deze dag wel actief mee. We hebben er die dag allemaal hartelijk om gelachen.’
Door de noodzakelijke maatregelen rondom het coronavirus was de opzet van Woudschoten deze keer anders. Hoe heeft u die ervaren?
‘Normaliter heb ik tijdens de introductiemodule een groep van 120-140 deelnemers voor me; een zaal vol. Nu was dat een groep van 30-40 advocaat-stagiairs die op 1,5 meter afstand van elkaar in de zaal zaten. De setting was daardoor echt anders. Het had overigens ook een voordeel dat het maar een kleine groep was omdat er nu meer ruimte was voor individuele aandacht. Het programma was overigens erg intensief. In plaats van een tweedaags programma met overnachting, hadden we nu een programma van drie dagdelen op één dag. Toch hebben we de belangrijkste onderwerpen kunnen behandelen, dus ik ben zeker tevreden. Het is voor de advocaat-stagiairs jammer dat het programma was teruggebracht naar slechts drie dagdelen, omdat dit de eerste gelegenheid is om kennis te maken met de andere stagiairs in hun opleidingsgroep waarin zij hun gehele opleiding zullen optrekken. Dat heeft een belangrijk sociaal aspect. Maar voor nu kon het even niet anders.’
U bent ethiek- en vaardighedentrainer. Hoe heeft u het verzorgen van online-onderwijs in de afgelopen periode ervaren?
‘Voor het verzorgen van online-onderwijs moest ik me het programma Zoom eigen maken. Hoe laat je de deelnemers bijvoorbeeld in subgroepjes werken? Ik noem mezelf gemiddeld digitaal handig; het lukt me wel, maar toch is het spannend of alles goed gaat. Tijdens de online-opleidingsdag merkte ik dat het ook voor de advocaat-stagiairs wennen was. Dat stelde mij in zoverre gerust, dat ik niet de enige ben die digitaal zijn draai moet zien te vinden. Ik was blij dat de advocaat-stagiairs op de evaluatie hadden aangegeven dat ze heel tevreden waren over deze opleidingsdag. Zelf had ik daar namelijk een ander gevoel over. Ik hoop dat we zo snel mogelijk weer terug kunnen naar opleidingsdagen waar we fysiek aanwezig kunnen zijn, zodra de situatie dit toelaat.’
Welk onderwerp in het ethiekonderwijs is voor advocaat-stagiairs vaak een eye-opener?
‘Dat is het in rekening brengen van uren bij de cliënt. Ik stel hen dan bijvoorbeeld de vraag of ze vinden dat wanneer ze 10 uur hebben besteed aan literatuur- en jurisprudentieonderzoek, ze dat in rekening kunnen brengen. De meesten vinden dat redelijk. Maar, houd ik hen dan voor, stel nu dat je niets vindt en je maar door blijft zoeken. Kun je ook die tijd in rekening brengen? Veel advocaat-stagiairs vinden dat logisch omdat die tijd ook echt is besteed aan de zaak. Maar, geef ik hen dan mee, het is natuurlijk de vraag of jouw cliënt daarover ook zo denkt. Als we zo’n kwestie op deze manier bespreken, kijken de advocaat-stagiairs daar toch anders tegenaan.’
‘Overigens zie ik hierin een trend. De advocatuur is steeds commerciëler geworden; van advocaat-stagiairs wordt meer en meer verwacht dat ze declarabel zijn. De uren die ze maken moeten vaak ook in rekening kunnen worden gebracht. De druk daarvan is groot. En daarnaast moeten ze ook voldoen aan de verplichtingen van de opleiding; een combinatie die voor een pittige belasting kan zorgen.’
En aan welke vaardigheid willen advocaat-stagiairs in het onderwijs vaak extra aandacht besteden?
‘Dat is het geven of krijgen van feedback. Op kantoor krijgen ze wel feedback, maar die is vaak minimaal. Ze horen dan wel wat goed of niet goed is, maar meestal wordt het weinig concreet gemaakt. Ze geven ook aan dat er situaties zijn waarin ze graag feedback hadden willen geven, bijvoorbeeld op iets wat op kantoor gebeurde in de hitte van de strijd, maar op dat moment toch nagelaten hebben.’
‘Het geven of krijgen van feedback is nu sowieso best lastig omdat bijna iedereen vanuit huis werkt. Patroons zeggen wel dat advocaat-stagiairs hen altijd mogen bellen, maar de ervaring leert dat dat toch een belemmering is. Feit is dat als je op kantoor zit, je makkelijker bij iemand naar binnenloopt. Wat dat betreft is het voor de groep advocaat-stagiairs die in coronatijd met de Beroepsopleiding is begonnen, een lastige start. Ze zitten alleen thuis met hun dossiers en missen het contact met collega’s. Dat hadden ze zich natuurlijk absoluut anders voorgesteld. Vanuit de BA hebben we daarvoor overigens wel oog. Ik heb bijvoorbeeld als mentor telefonisch contact opgenomen met de advocaat-stagiairs uit mijn opleidingsgroep. Dat individuele contact is waardevol, ze vertellen dan open over de situaties waartegen ze aanlopen. Overigens, ook op de opleidingsdagen zoals we die normaliter verzorgen, wordt er in de veiligheid van de groep veel gedeeld. De herkenning dat anderen tegen dezelfde problemen aanlopen, helpt dan vaak al.’
Wat is uw favoriete onderdeel in het onderwijs van de BA?
‘Het getuigenverhoor is mijn favoriete onderdeel. Ik speel dan bijvoorbeeld een rechter die alles afkapt, maar ook een rechter die alles goedvindt. Dat laatste lijkt aantrekkelijk, maar het betekent ook dat de wederpartij vrij spel heeft wanneer de andere advocaat niet alert genoeg is. Dat een getuigenverhoor dan ook risico’s met zich kan brengen, is vaak een eye-opener.’
Heeft u nog een tip voor de advocaat-stagiairs?
‘Ik deel graag twee tips. De eerste tip is: wees niet bang om fouten te maken, dat doen we allemaal. Het is belangrijk dat je ze zelf oplost en als dat niet lukt, vertel dan eerlijk wat er is gebeurd, zowel aan je patroon als aan je cliënt. De tweede tip is dat je de regie over jouw cliënt moet houden, of zoals op mijn oude kantoor altijd werd gezegd: ‘je moet je cliënten opvoeden’. Geef daarvoor duidelijk aan wat de lijn is die jullie volgen en wat je daarin van jouw cliënt verwacht. Zo voorkom je dat je bijvoorbeeld op een zitting voor verrassingen komt te staan.’