Interview – Rechter Tijn van Osch: ‘We beslissen niet wie er gelijk heeft.’
Hoe kun je als jonge advocaat het beste je tijd bij de rechter gebruiken? We vragen het senior raadsheer van het hof Arnhem-Leeuwarden Tijn van Osch. Van Osch is sinds 2014 voorzitter van de Raad van Discipline en zestien jaar advocaat geweest. Over de werkdruk bij de rechterlijke macht, enkele misvattingen die advocaten over rechters hebben, en gelijk krijgen.
De werkdruk bij de rechterlijke macht is al jaren gespreksonderwerp. Is het echt zo hard werken?
‘In de tweede helft van mijn werkende leven, de zeventien jaar als rechter, heb ik harder gewerkt dan in de eerste helft als advocaat. Ik ben zestien jaar advocaat geweest en dacht dat ik wel ervaring had met werkdruk, maar binnen de rechterlijke macht ervaar ik een hogere werkdruk. Het gaat hier niet om geld en omzet, maar om het aantal zaken dat behandeld moet worden. Mentaal geeft dat een ander soort druk: je weet dat de mensen op uitspraken zitten te wachten.’
Wat zijn de oorzaken van de werkdruk?
‘Een aantal factoren. De beschikbare menskracht is er een. Toen ik begon bij de rechterlijke macht, hadden we een apparaat met genoeg mensen en voldoende ondersteuning. Nu is dat sterk verminderd. Dat heeft te maken met de financiën en keuzes, waardoor er minder geld beschikbaar is.’
‘Het heeft ook te maken met het financieringssysteem; we krijgen als rechterlijke macht per uitspraak betaald. Maar uitspraken die weken voorbereiding vergen, worden net zo betaald als een uitspraak die je in een dag schrijft. Dus het bedrag is laag als er veel zaken zijn die veel tijd kosten, terwijl er in minder tijd steeds meer zaken moeten worden gedaan.’
‘Er was ook jarenlang een vacaturestop. Niet formeel, maar wel feitelijk. Vacatures werden slechts mondjesmaat ingevuld. Mijn eigen team is in de loop der jaren van dertien rechters teruggelopen naar negen. Dan heb je een probleem. We hebben dat opgelost door harder te werken, maar het houdt een keer op.’
‘Het kwam erop neer dat we vier avonden thuis en nog een dag in het weekend erbij werkten. Anders kregen we het niet af. Sinds twee jaar is er het besef dat het zo niet langer kan. Het is nu verbeterd. Er is meer ruimte, en er wordt goed gekeken naar kwaliteit.’
Eigenlijk moeten er meer mensen bij?
‘Ja, maar die zijn er bijna niet, want de selectie is zwaar en relatief weinig mensen komen er doorheen. We hadden altijd de helft uit onze eigen organisatie. De andere helft kwam van buitenaf, waarvan zo’n 80 tot 90% advocaat was. Vroeger was de opleiding tamelijk summier, maar nu staat er een hele mooie opleiding die twee tot vier jaar duurt, dus niet veel mensen zijn bereid om die stap te zetten. Het is ook nog zo dat als je in de opleiding zit en die niet succesvol afmaakt, je niet automatisch benoemd wordt. Dus als je al je schepen achter je verbrand hebt als advocaat, dan geeft dat veel onzekerheid.’
Wat zijn enkele misvattingen die advocaten hebben over rechters en hoe er gewerkt wordt?
‘Veel advocaten denken dat we de dossiers niet lezen. Dat is een grote misvatting. In al mijn jaren als rechter heb ik alle dossiers van linksboven tot rechtsonder gelezen. Een keer niet, maar toen heb ik dat eerlijk gezegd.’
‘Daarnaast zie ik verwarring over het begrip vooringenomenheid, dat als grond voor wraking wordt gezien. Als de partijen binnenkomen, hebben we het dossier al gelezen en vinden we dus al iets van de zaak; dat is niet meer dan een voorlopig idee. Als we daarvan blijk geven, zien advocaten dat vaak als vooringenomenheid. Maar we toetsen op de zitting of onze vooronderstellingen juist zijn, anders hebben we na de zitting nog steeds een vooronderstelling die mogelijk incorrect is. We hebben dus wel een beeld, maar nog geen oordeel klaar. De zitting en wat we daar van partijen horen kan dus echt het verschil maken.’
Hoe kan een advocaat het beste de tijd bij de rechter gebruiken?
‘Ten eerste focussen op de belangrijke zaken, eigenlijk alleen op het springende punt in de zaak. Details, en zeker getallen, hebben mondeling minder zin. Wat advocaten niet moeten doen is lange verhalen schrijven. We zien in toenemende mate zeer lange processtukken. Ik doe onder andere arbeidsrechtzaken en zie soms stukken van relatief overzichtelijk zaken met lappen tekst. Niet nodig, maar een rechter moet dat wel allemaal lezen.’
‘Dat is vaak koudwatervrees. Advocaten weten soms niet wat belangrijk is en analyseren op voorhand een zaak vaak niet goed. Als je dat wel goed doet, dan kun je vaak in tien-twintig pagina’s prima je zaak neerleggen.’
‘Begin daarom op de zitting ook niet bij Adam en Eva. Als ik de volgende twee dingen hoor van advocaten dan weet ik vaak al dat we de koffie niet gaan halen: “Ik zal het kort houden” en “Ik zal niet herhalen”. Dat komt vaak voort uit de eerdergenoemde aanname dat we het dossier niet gelezen hebben. Of uit onzekerheid.’
Hoe kan een zitting effectiever worden?
‘Mijn idee is om feedback te geven, maar ik sta daar redelijk alleen in. Ik denk dat we soms best een zitting even stil kunnen leggen voor een overleg tussen advocaat en de rechters. Even zonder de cliënt erbij, aangeven als er iets lijkt te spelen dat in de weg kan staan aan een goede beslissing of het verloop van de zitting. Je zou best soms tegen een advocaat kunnen zeggen als rechter: waarom zegt of schrijft u dat nou? Zeker als er dingen gebeuren die niet passend zijn. Feedback geven kan als je dat zorgvuldig doet.
‘Advocaten zijn wel eens bang dat we ze zullen afbranden, maar dat doen we niet. Als volwassen professionals moet je kunnen vragen waarom iets gebeurt. Omgekeerd mag dat ook: mijnheer Van Osch, kan het even onder vier ogen? Dat heeft dan geen invloed op de zaak.’
‘Dat denken advocaten ook vaak, dat het persoonlijke invloed heeft op de uitkomst. Maar we kunnen prima onderscheid maken tussen wat we als mens vinden en de beslissing die we nemen. Als mensen onsympathiek zijn, maar ze hebben gelijk, dan krijgen ze ook gelijk.’
Gelijk?
‘Ja, dat woord – gelijk. Mensen en sommige advocaten denken dat we mensen gelijk of ongelijk geven. Ik spreek hier even over het civiel recht. We beslissen daar niet wie gelijk heeft. We beoordelen slechts de vordering die er ligt en of die volgens de eisen van de wet toewijsbaar is, of dat het tot een afwijzing moet leiden. Dat is niet hetzelfde als gelijk krijgen in de dagelijkse manier van spreken.’
‘Als dat besef er is, dan kunnen advocaten vaak veel argumenten die irrelevant zijn voor een zaak achterwege laten. Men concentreert zich soms op dingen die er niet toe doen, terwijl de kern over het hoofd wordt gezien. Dat komt voort uit het idee dat we als rechter een meningsverschil beslechten.’
Hoe kunnen advocaten beter begrijpen hoe rechters denken?
‘Het zou mooi zijn als advocaten tijdens de opleiding konden meelopen als buitengriffier in de rechterlijke macht. Ik ben voor het idee om bijvoorbeeld een vaardighedentraining tijdens de opleiding in te ruilen voor een korte stage. Toen ik nog maar een jaar rechter was, begreep ik al dat ik een veel beter advocaat zou zijn geweest als ik eerder had geweten wat ik in dat jaar had geleerd. Als advocaat begrijp je dan veel beter waar rechters op letten, wat belangrijk is en wat niet.’
Tijn van Osch is actief op twitter via @raadvdiscipline en @Dutch_Judge.