Komt een getuige bij Wladimiroff…
Sophie Keijser
Voor de opname van filmmateriaal voor de digitale leeromgeving van de Beroepsopleiding Advocaten reis ik af naar Den Haag. In het indrukwekkende historische pand aan de Sophialaan worden we hartelijk en persoonlijk ontvangen door professor Micha Wladimiroff.
Mr Michail Wladimiroff is één van de meest vooraanstaande strafrechtjuristen van Nederland. Hij behandelt zaken voor het bedrijfsleven in het binnen- en buitenland. Hij treedt op voor internationale organisaties en voert procedures voor internationale gerechten en Tribunalen.
Voor de module getuigenverhoor hebben we zijn expertise gevraagd. Wat is er mooier dan de kunst van de meester af te kijken. Ik ben voorbereid op het inprenten van een aantal casus waarover ik ondervraagd kan worden, maar dat blijkt niet nodig – zelfs niet gewenst- te zijn.
Ik moet me een strafrechtelijk situatie voor de geest halen waarbij ik ooit betrokken of getuige was. Eerlijk gezegd kan ik die niet meteen bedenken. Ik ben zeker een te brave burger of heb een saai leven. Mr. Waldimiroff helpt me gelukkig op weg; heb ik ooit een verkeersongeluk gezien of een vechtpartij, meer hoeft het niet te zijn.
Ik moet ineens denken aan die keer dat ik met de hond ga wandelen over de hei. Op de parkeerplaats staan drie jongens bij een auto. De achterklep staat open. Ze hangen wat tegen de auto aan en hebben een fles frisdrank of zoiets in hun hand. Er komt een nog auto aanrijden; een patserige zwarte met brede banden en glanzende velgen. Ziet er nieuw en duur uit. De bestuurder blijft staan met draaiende motor, raampje omlaag, harde muziek. Hij kijkt me indringend aan met van die felle oogjes. Jong ventje, denk ik nog, waar betaalt ‘ie zo’n auto van. Er schijnt veel gedeald te worden, hoor ik van ongeruste ouders. Door wie en waar precies kan nooit iemand vertellen, maar ik denk dat nu te hebben ontdekt. Omdat ik geen logische pose of positie kan aannemen om naar de afloop van deze spannende scene te blijven kijken – en de hond me langzaam richting hei trekt, loop ik door.
‘Ik heb een dealer gezien bij de hei, is dat wat?’ ‘Prachtig’ zegt Wladimiroff, ‘meer hoef ik niet te weten, ik begin nu met het verhoor. Je mag alleen antwoorden geven die je zeker weet, anders moet je zeggen dat je dat niet zeker weet.’ Ik krijg een spervuur van korte, gesloten vragen: ‘Hoe vaak loopt u op de hei? Loopt u ook wel eens ergens anders? Komt u veel mensen tegen? Komt u met de auto? Hoe laat komt u daar?’. Wanneer mag ik mijn verhaal nu kwijt, denk ik steeds. ‘Wat doen die mensen in die in die auto?’ ‘Nou, ik denk… ‘ begin ik. ‘Ja u denkt van alles’, onderbreekt hij mij voor ik mijn zin kan afmaken, ‘maar u kunt dat niet ècht weten he?’ Daar heeft hij natuurlijk een punt. Vragenvuur gaat door: ‘Wat voor hond heeft u? ‘Hebben alle mensen op de hei een hond bij zich?’ Eindeloos oninteressante details volgens mij.
Dan ineens is het verhoor afgelopen, zonder dat ik verteld heb over mijn avontuur, mijn ervaring, mijn scherpe observatie! Ik ben door deze advocaat aan de leiband genomen, heb een keurig rondje gelopen, zonder mijn behoefte te doen. Zo voelt het ongeveer.
‘Je moet in een verhoor ook weten welke vraag je niet moet stellen’, zegt Wladimiroff.