De automatische piloot en de beste leermeester
Esmée Verschuren (25) is sociaal advocaat in het familie- en civiele jeugdrecht bij Legal Sharks Advocaten in Gilze. Zij schrijft over haar ervaringen als advocaat-stagiair.
De zomer staat voor de deur. En dat betekent langere dagen met meer zon, drankjes doen op het terras en natuurlijk vakantie.
Ook met de Beroepsopleiding hebben we een zomerstop. Een mooie gelegenheid om te reflecteren op de afgelopen anderhalf jaar. Dat anderhalf jaar is voorbij gevlogen, soms zelfs op de automatische piloot.
Deze automatische piloot is tijdens een vlucht naar Griekenland natuurlijk top. Maar, in je werk kan die heel gevaarlijk zijn. Binnen de sociale advocatuur behandel je veel zaken tegelijkertijd. En ik merk dat het nu al ontzettend makkelijk is om in standaarden te denken. ‘Ah, dit is een standaard alimentatiezaak. Ik weet hoe dat moet, welke informatie ik nodig heb en ik kan aan de slag.’ Maar dan kom je er na het schrijven van je concept verzoekschrift achter dat er eigenlijk meer speelt. Mijn cliënt wil de zorgregeling met zijn zoon aanpassen en de zoon van partijen wil ook liever bij cliënt wonen. Hmm, dat was een leermoment. Processtrategie aanpassen, concept herschrijven en weer door. Maar als ik tijdens de intake nieuwsgierig was geweest en had doorgevraagd, dan had ik dat geweten en kostte dit achteraf geen extra tijd. Luisteren, samenvatten, en vooral goed doorvragen: dat was de gouden formule.
Je hoofd koel houden is met dit zonnige weer natuurlijk erg belangrijk, maar ook in het contact met je cliënt bij een conflict. Ik geef je een voorbeeld uit mijn praktijk. Ik sta een vader bij die zijn zoon al vanaf diens geboorte niet ziet. De moeder stelt dat mijn cliënt niet de vader is van de minderjarige en om die reden dan ook geen recht heeft op omgang. Na een DNA-test blijkt dat mijn cliënt wel de biologische vader is. De rechter geeft mijn cliënt vervangende toestemming tot erkenning. Maar hij is er nog niet. De rechter vraagt de Raad voor de Kinderbescherming om een raadsonderzoek uit te voeren waarin de vraag centraal staat of – en zo ja welke vorm en mate van – omgang het meest in het belang is van de minderjarige. In verband met de wachttijden bij de Raad voor de Kinderbescherming houdt de rechter de zaak 9 maanden aan. In de tussentijd kan ik vrij weinig, behalve wachten. Dit tot grote frustratie van mijn cliënt. Hij belt bijna wekelijks en deze gesprekken eindigen meer dan eens met gescheld van zijn kant. Het zal je dan misschien ook niet verbazen dat ik al zijn vierde advocaat ben. Maar toch is er sprake van onderling vertrouwen en blijft hij mijn cliënt. De gouden tip: luister naar je cliënt, blijf rustig. Laat hem stoom afblazen, toon begrip. Vaak handelen cliënten vanuit onmacht. Maar houd de regie in het gesprek en voel aan wanneer je je cliënt streng kan en moet toespreken. Gaat dat altijd goed? Zeker niet, maar ik doe het toch. De theorie van de Beroepsopleiding toepassen in je dagelijkse praktijk, is de beste leermeester.
