Het lot uit de patronenloterij!

E. van de Kraats

Eén van je cliënten belt tien keer op een dag op de meest ongunstige momenten en wil toch echt te woord worden gestaan (“Het is een noodgeval!”). De advocaat van de wederpartij stelt zich tijdens de zitting neerbuigend op omdat jij nog niet zo lang in het vak zit. ’s Nachts in bed slaat ineens de twijfel toe over dat ene ingewikkelde punt in je kort geding dagvaarding: ‘heb ik het wel goed gedaan?’. Dan nog je secretaresse aansturen, zonder dat je overkomt als die snotneus die net uit de collegebanken komt. En aan het huiswerk voor de major Burgerlijk Recht lijkt maar geen einde te komen.

Zomaar een greep uit het leven van een advocaat-stagiaire. Met andere woorden, als advocaat-stagiaire komt er ontzettend veel op je af!

Gelukkig is daar je patroon; die ene persoon in je werkende leven die er speciaal voor jou is. Om je wegwijs te maken in dit gekke bestaan als advocaat, om je op te beuren als je het even niet meer ziet zitten en om er samen met jou voor te zorgen dat jij als advocaat het beste in jezelf naar boven haalt.

Als ik het over mijn patroon heb, zeg ik steevast: ‘Ik heb het lot uit de patronenloterij getrokken’. Nu klinkt dat wellicht een tikkeltje overdreven, maar een zevenkoppige jury was het met me eens. Mijn patroon, Job Blok, is namelijk verkozen tot Patroon van het Jaar 2015.

Maar waarom heb ik Job eigenlijk genomineerd voor deze titel? En wat maakt een patroon wat mij betreft tot een goed patroon?

Aan het begin van mijn stageperiode maakte Job al duidelijk: “Deze drie jaren zijn er voor jou om het vak te leren. Jouw ontwikkeling en niet een omzetnorm zal voorop staan.” Hij heeft deze belofte meer dan waargemaakt. Job en ik zijn volledig betrokken bij elkaars praktijk en ik leer veel door Job simpelweg aan het werk te zien. Zo ben ik tot op heden (dus al bijna 2 jaar!) mee geweest naar al Job’s zittingen, gaat Job mee naar mijn zittingen en doen we het leeuwendeel van onze besprekingen samen. We bereiden dit alles samen voor en na afloop neemt hij uitgebreid de tijd voor een nabespreking.

Op deze manier krijg ik inzicht in zijn werkwijze en manier van denken. Daarbij is er ook veel ruimte voor mijn eigen visie en inbreng. Job en ik lopen daarnaast meerdere keren op een dag bij elkaar naar binnen: soms om even stoom af te blazen of te kletsen, maar vaak om te brainstormen over onze zaken. En wat voor een stagiaire ook erg belangrijk is: Job neemt alle tijd om mijn processtukken en correspondentie te bekijken en van eerlijke feedback te voorzien. Job is niet alleen een ontzettend goede advocaat, hij is ook onwijs enthousiast over ons vak en dit werkt aanstekelijk. Je zou me zelfs inmiddels kunnen omschrijven als vakgek. Gezien dit alles zou je Job dus kunnen omschrijven als een ‘ouderwetse’ leermeester.

Aan de andere kant is Job ook een moderne patroon. Hij is volledig op de hoogte van wat er op de Beroepsopleiding gebeurt en houdt er rekening mee dat deze nu vele malen zwaarder is dan tijdens zijn eigen stageperiode (ik mag zelf inschatten hoeveel verlofdagen ik nodig heb om voor mijn tentamens te leren!). Hij steekt bovendien zelf veel in energie in mijn opleiding door bijvoorbeeld het evaluatiegesprek met mijn mentor goed voor te bereiden. Job staat er ook voor open om van mij te leren, of dat nu op vakinhoudelijke punten is of bijvoorbeeld op het gebied van social media (“Maar hoe kan ik nou iets nuttigs zeggen binnen 140 tekens?”).

Zoals een patroon van deze tijd betaamt, is hij erop gebrand dat ik mezelf niet in al mijn enthousiasme voorbij loop en ik een gezonde balans heb tussen mijn werk en privéleven. Zo kreeg ik op mijn kop toen ik vanaf mijn vakantieadres in de Verenigde Staten e-mails van cliënten aan het beantwoorden was. Of ik dat even snel wilde laten….

Wat ik het meeste aan Job waardeer is dat hij voor mij een veilige sfeer heeft gecreëerd. Een sfeer waarin ik eerlijk mag zijn over mijn twijfels, ik fouten kan toegeven en alles maar dan ook alles bespreekbaar is. Hij geeft daarbij zelf het goede voorbeeld door zichzelf ook kwetsbaar op te stellen, bijvoorbeeld door open te zijn over zijn eigen worstelingen en ontwikkelpunten. En dat vind ik ontzettend moedig. Bij het geven van feedback is hij eerlijk, maar hij doet dit op zo’n manier dat ik het de volgende keer nog beter wil doen.

Ik heb het ook op persoonlijk vlak enorm met Job getroffen. We hebben de grootste lol en nemen elkaar het liefst in de maling. Daarbij heb ik er een sport van gemaakt om Job genadeloos te pesten als Feyenoord weer eens verloren heeft. Als het privé niet helemaal lekker gaat, heeft Job dit vaak direct door. Hij haalt dan een kop koffie voor mij, pakt er een stoel bij en laat mij mijn hart luchten. Hoe druk hij het ook heeft.

Met andere woorden: een goed patroon neemt de stagiaire onder zijn of haar vleugels, weet een veilige sfeer te creëren, durft zich kwetsbaar op te stellen, is bereid ook van de stagiaire te leren en voldoet aan de patroonseisen van deze tijd.

Nu weet ik dat niet alle stagiaires even blij met hun patroon zijn als ik met die van mij. Rampzalige patroons zijn een dankbaar onderwerp van gesprek tijdens de lesdagen van de Beroepsopleiding. Maar ik weet ook dat er heel veel stagiaires zijn die zich – net als ik – in hun handjes knijpen met hun patroon. Tegen die stagiaires zeg ik: nomineer vooral je patroon voor de titel van Patroon van het Jaar! Ik heb zelf mogen zien hoe leuk het is voor een patroon om deze erkenning en waardering te krijgen. En wie weet…. sta jij straks ook naast je patroon op het Jonge Balie Congres als hij of zij vol trots de titel van Patroon van het Jaar in de wacht sleept!

E. van de Kraats

Advocaat bij Axius Advocaten | Personen- en familierecht

Terug naar overzicht

Aanbevolen artikelen